De grote oorlog 1914-1918 in de Marne streek
Bron: toeristische website van Champagne en Wikipedia
De Marne behoorde tot de in WO I zwaarst getroffen departementen, zowel in het westen als gevolg van de strijd tijdens de twee veldslagen van de Marne, als in het noorden door de loopgravenoorlog en de offensieven van Argonne en Champagne.
Door de uitkomst van de eerste Slag bij de Marne werd een snelle Duitse overwinning onmogelijk. De oorspronkelijke vrees van Alfred von Schlieffen was werkelijkheid geworden: de oorlog was nu toch een tweefrontenoorlog geworden. Door de verdeling van hun materieel en troepen over de twee fronten hadden de Duitse legers niet meer genoeg kracht om een beslissende doorstoot aan het westelijke front te forceren en daarmee de Britten en Fransen uit de oorlog te werken. Van de andere kant bezien hadden de Fransen en Britten ook niet genoeg kracht om de Duitse legers uit Frankrijk en België te verdrijven: er was in feite een patstelling ontstaan. Het gehele westelijk front werd een stelsel van loopgraven. In de komende jaren werden slechts zeer geringe terreinwinsten geboekt, ten koste van miljoenen levens. De patstelling zou tot het einde van de oorlog aanhouden.
De Tweede Slag bij de Marne, ook bekend als de Slag bij Reims, vond plaats in juli en augustus 1918 nabij Reims in Frankrijk. Het was het laatste grote Duitse offensief aan het westelijke front in de Eerste Wereldoorlog. De geallieerde overwinning in deze veldslag luidde het begin van het einde van de oorlog in.
Door de geallieerde overwinning werd het geplande Duitse offensief in Vlaanderen uitgesteld en later afgesteld. In een groot geallieerd offensief langs de Somme van augustus tot november werden de Duitsers verslagen en moesten zich terugtrekken achter de Hindenburglinie. Nadat de geallieerden ook door de Hindenburglinie braken, werd op 11 november in Compiègne een wapenstilstand getekend.
Op 21 juli 1935 werd een nationaal monument aan de veldslag onthuld door de Franse president Albert Lebrun. Het monument, door beeldhouwer Paul Landowski, staat op de heuvel van Chalmont in Oulchy-le-Château.
De Grote Oorlog in de Marne begrijpen, dat is de taak die deze route langs monumenten, ruïnes, gedenktekens en militaire begraafplaatsen, de getuigen van de hevige strijd die plaats vond, evenals de musea die de herinnering aan de Grote Oorlog die op 11 november 1918, precies 90 jaar geleden, tot een einde kwam, levend houden, zich heeft gesteld.
Ook Pargny-sur-Saulx deelde in de klappen. Hieronder enkele foto’s van toen…
Een route met 4 parcours
1ste parcours: de veldslagen van de Marne (60 km)
- Mondement, het nationaal monument van de Overwinning van de Marne
- Dormans, het gedenkteken aan de veldslagen van de Marne
2de parcours: Rondom Reims, de martelaarsstad (60 km)
- Langs de route, het Italiaanse oorlogskerkhof van Bligny-Chambrecy en de militaire begraafplaatsen van Marfaux
- Reims, de martelaarsstad
- Langs de route, het Duitse oorlogskerkhof van Berru
- Het fort de la Pompelle
3de parcours: Suippes en het front van Champagne (40 km)
- Saint-Hilaire-le-Grand, de Russische Kapel
- Suippes, Interpretatiecentrum Marne 14-18
- De militaire begraafplaatsen van Souain
- Souain, het Monument voor de Doden van Navarin
- Sommepy-Tahure, het Amerikaans Monument van Blanc-Mont
4de parcours: de Argonne en de rode zone (40 km)
- Langs de route, het Duitse oorlogskerkhof van Séchault
- De Hand van Massiges en de Maagd met de Bijen
- Langs de route, de militaire begraafplaats van Minaucourt-le-Mesnil-les-Hurlus
- Vienne-le-Château, het bos van la Gruerie en het Camp Moreau
- Langs de route, de militaire begraafplaats van la Harazée, Vienne-le-Château
"Must see"-plaatsen binnen het herdenkings toerisme
Monument de Navarin
Het monument van Navarin passeer je wanneer je op weg bent naar VillaPolCa. Tenminste, wanneer je geen autosnelweg neemt…
Het oorlogsmonument is gelegen te Sainte-Marie-à-Py, nabij het Camp de Suippes. Het monument bevindt zich aan de D977 tussen Sommepy-Tahure en Souain-Perthes-lès-Hurlus.
In 1923 werd een monument opgericht ter nagedachtenis van de soldaten van deze slagen. Het monument, gebouwd in de vorm van een piramide, werd in 1924 plechtig ingehuldigd door Joseph Joffre. Het is ontworpen door Bauer & Perrin.
Op de kop van het monument is een monumentale gebeeldhouwde groep gesneden uit Vosges zandsteen. Dit is het werk van de beeldhouwer Maxime Réal del Sarte. Het zijn drie soldaten. In het midden generaal Gouraud. Rechts van hem de broer van de beeldhouwer, die stierf tijdens de gevechten aan de Chemin des Dames. Aan de linker kant Quentin Roosevelt, de jongste en favoriete zoon van President Theodore Roosevelt. Hij werd neergeschoten in juli 1918. Hij diende in Frankrijk als piloot van de United States Army Air Service.
Het monument bevat zowel een kapel als een crypte. In de crypte bevinden zich de overblijfselen van de niet-geïdentificeerde soldaten. Het aantal bedraagt meer dan tienduizend en zijn van verschillende nationaliteiten.
Gouraud, die het bevel voerde in 1916 over het IVde leger in de Champagne werd later, in 1946, op diens verzoek begraven in de crypte.
Centre d'interprétation Marne 14-18
Het Centre d’interprétation Marne 14-18 ligt in het dorp Suippes, aan het voormalige front van de Champagne, op het kruispunt van de sites van Verdun en Chemin des Dames.
Het biedt een levendige, humanistische en moderne voorstelling van de Eerste Wereldoorlog dankzij een rijke iconografische collectie en talrijke getuigenissen van burgers en soldaten die de intensiteit en gruwel van het conflict laten zien.
Er zijn 7 scenografische ruimtes om u een ongeëvenaarde reis naar het verleden te te laten maken en kennis op te doen van wat er zich in de Marne heeft afgespeeld.
Duitse militaire begraafplaats van Souain-Perthes-Les-Hurlus
De Duitse militaire begraafplaats van Souain-Perthes-les-Hurlus ligt ongeveer dertig kilometer ten noorden van Châlons-en-Champagne.
Bij het verlaten van Souain op de RD 77 richting Sommepy-Tahure, neemt u een kleine weg rechts (aangegeven door een bord) die langs de Franse militaire begraafplaats van “La Crouée” loopt naar de Duitse begraafplaats. Deze bevindt zich bovenaan de heuvel.
13.786 gesneuvelde Duitse soldaten werden daar begraven:
– 2.464 in individuele begrafenissen,
– 11.322 in een ossuarium.
Amerikaans monument van Blanc Mont
Het “Monument Américain du Blanc Mont” ligt 5 km ten noorden van het dorp Sommepy-Tahure, het werd gebouwd op de Blanc Mont, het hoogste punt van de Champagne heuvels (210 m) aan de rand van het departement Ardennen. Dit monument werd in 1937 opgericht ter nagedachtenis aan de 70.000 Amerikaanse soldaten die in de zomer van 1918 in Champagne hebben gevochten. De positie van Blanc-Mont werd op 3 oktober 1918 veroverd door de 2nd American Division, na felle gevechten en vele ontberingen.
Het monument is ontworpen door de New Yorkse architect Arthur Loomis Harmon. De vierkante toren, 20 m hoog, gebouwd in gele steen genaamd “cruchot” uit de Saône-et-Loire, domineert het plateau en is omgeven door dennenbomen. Op de muren zijn de insignes gegraveerd van de vier divisies die deelnamen aan de gevechten. Een interne trap geeft toegang tot een panoramisch terras op de top waar u de omvang van het oude slagveld kunt zien.
Het volledige terrein van 4,50 hectare is toegewezen aan de Verenigde Staten. Een paar treden leiden naar een platform van 330 m2 omgeven door 800 rode rozen. 77 treden leiden naar de top. Op een heldere dag laat het panorama je het Fort de Douaumont en het Argonne-massief zien in het oosten, de Ardense dorpen in het noorden en de twee kampen Suippes en Mourmelon.
Aan de voet van de toren liggen de overblijfselen van een Duitse loopgraaf die het domein zo’n 300 m noord-zuid doorkruist.
De site "Main de Massiges"
La Main de Massiges is een herdenkingsplaats van de Eerste Wereldoorlog op het grondgebied van de gemeente Massiges in het departement Marne. Deze heuvel in het noorden van het dorp, een natuurlijk fort dat de Aisne-vallei domineert, dankt zijn naam aan de contourlijnen die een linkerhand op de grond en op de kaarten tekenen. De vingers zijn ervan gescheiden door diepe inkepingen, die de strijders vanaf de bodem van hun loopgraven zien, ravijnen genoemd.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog markeert de Main de Massiges de oostelijke grens van het Champagne-front, op de kruising van het front van Argonne. De Duitsers trokken zich begin september 1914 terug, verschansten zich op deze natuurlijke hoogte, waarvan elke vinger een bastion vormt van deze natuurlijke vesting.
Op 13 september 1914 waren het tegen deze hindernis dat de troepen van het Korps Koloniale Leger van het Franse 4de Leger, die deelnamen aan het tegenoffensief na de Eerste Slag bij de Marne. Deze hoge plaats was bij de gevechten in Champagne een zeer strategische positie. Het was ook het toneel van bittere gevechten van 1914 tot 1915 en het was gedurende de hele Grote Oorlog, van 1914 tot 1918, de locatie voor hevige gevechten tussen de troepen van het korps van het koloniale leger tot het Duitse leger in de Massiges-sector. Het aantal gesneuvelde, gewonde of vermiste Franse soldaten wordt geschat op 25.000. Zeker evenveel Duitse soldaten vonden hier de dood.
Monument de la 1ère victoire de la Marne
Ter nagedachtenis aan alle geallieerde legers die vochten in de Eerste Slag bij de Marne, besloot het Franse Parlement in 1920 een monument voor Mondement op te richten. De plaats Mondement werd gekozen omdat het in het front van de slag een strategisch punt vormde van de moerassen van Saint-Gond die de doorgang van de Duitsers naar Parijs blokkeerden en waar de Fransen hun opmars naar het zuiden op 9 september blokkeerden. Dit voordat ze zich terugtrokken en voordat het front zich zo’n 70 kilometer verder naar het noorden stabiliseerde. Na een wedstrijd in 1929 vertrouwde het Ministerie van Oorlog de realisatie van het monument toe aan de architect Paul Bigot en de beeldhouwer Henri Bouchard. Het werk begon in 1931 en duurde tot 1938. De officiële inhuldiging was gepland voor september 1939, maar de Tweede Wereldoorlog verhinderde dit. Pas in september 1951 vond de officiële opening plaats.
Het monument werd opgericht en gefinancierd door de Franse staat maar het is de departementale raad van de Marne die sinds 1969 eigenaar is. De Association Mondement 1914 – De soldaten van de Marne – Joffre – Foch hebben de taak van herdenken, voornamelijk door de actie van zijn vrijwilligers.